Om een optimale werking van de gevelwandlaag te garanderen, dient het gebouw te worden opgedeeld met een raster van horizontale en verticale dilataties. De afstanden tussen de dilatatievoegen zijn afhankelijk van de blootstelling aan zonlicht op de gevel (de kant van de wereld), het gevelmateriaal en de mate en wijze van wapening van de gevel.

Verdeling van dilatatievoegen

Onderstaand schema geeft de aanbevolen indeling weer voor keramische gevels met een dikte van 9-12 cm.

Tabel 7. Afstand tussen dilataties in keramische wanden

А 12-14 m voor de noordgevel
8-9 m voor het zuidelijke deel van het gebouw
10-12 m voor oostelijke hoogte
7-8 m voor westelijke hoogte
B tot 12 m met de totale weerstand van de gevel tegen de fundering – afb. A
6-8 m met minimale gevelondersteuning – afb. B

Uitzettingsvoegen worden meestal uitgevoerd:

  • in de hoek van het gebouw,
  • bij veranderingen in de funderingshoogten,
  • in lange of hoge muren (zie tabel 7)
  • op plaatsen van fouten (of hoogteverschillen) op gevels,
  • op plaatsen waar bouwconstructies verwijd zijn.

OPMERKING: Bovenstaande waarden en locaties van dilatatievoegen kunnen veranderen (en soms worden geëlimineerd) als het Murfor® systeem op de juiste manier wordt gebruikt.

Details van de uitzettingsvoeg

Uitzettingsvoegen worden gemaakt door een lege voeg te laten en deze af te plakken met een uitzettingstape in de kleur van de mortel.

Verticale dilatatie kan op twee manieren: als rechte of getande dilatatie: